Kennisartikel

Op welke bronnen van pensioen heb jij invloed?

Pensioen is het inkomen dat bedoeld is voor je leven vanaf je pensioendatum. Dit inkomen bestaat uit verschillende bronnen. Op de ene bron heb je meer invloed dan op de andere. Lees ze hieronder.



1. AOW

Vanaf een bepaalde leeftijd krijgt iedereen die in Nederland woont en werkt een basisinkomen via de Algemene Ouderdomswet (AOW). De hoogte van de AOW-uitkering is afhankelijk van of je samenwoont met een partner. Ook kun je een lagere AOW-uitkering krijgen als je een aantal jaren in het buitenland hebt gewoond of gewerkt. Je kunt niet kiezen wanneer AOW-uitkering ingaat, omdat dit van je geboortedatum afhangt. Benieuwd naar wanneer je AOW-leeftijd ingaat en welk bedrag je krijgt? Kijk op de website van de SVB


2. Beleggingspensioen via je werkgever

Veel werknemers bouwen een pensioen op via een pensioenregeling van hun werkgever. Hoeveel pensioen je opbouwt, is afhankelijk van de pensioenregeling. Is die op basis van beleggen? Dan heb je op de beleggingen vaak zelf invloed. Vaak heb je als deelnemer de keuze om te bepalen hoe offensief of defensief er wordt belegd. Op je pensioendatum kun je dan met je beleggingswaarde een pensioenuitkering afsluiten die het best past bij jouw persoonlijke wensen, bij de aanbieder die jou het meest aanspreekt. Je kunt kiezen voor een zekere vaste uitkering, maar bijvoorbeeld ook voor een variabele uitkering die meebeweegt met de waarde van de beleggingen. Ook kan je bijvoorbeeld kiezen voor een uitkering die in het begin meer uitkeert en later juist minder. In het artikel ‘de keuzemogelijkheden voor je werkgeverpensioen’ lees je hier meer over. 

3. Zelf afgesloten

Misschien heb je zelf iets extra’s geregeld voor later, bijvoorbeeld via een lijfrente, banksparen of bijvoorbeeld Fit voor Later. Dat bedrag krijg je niet ineens op je rekening gestort. Je vrijgekomen ‘lijfrentekapitaal’ gebruik je om een uitkering te kopen, als aanvulling op je pensioen. Je krijgt dan iedere maand een bedrag gestort van de verzekeraar of bank die je zelf hebt uitgekozen. Of misschien heb je gekozen voor een flexibele aanvulling op je pensioen in de vorm van beleggen met ‘netto’ geld.


4. Eigen vermogen

Je eigen vermogen bestaat uit spaargeld, de waarde uit eventuele beleggingen, maar ook je eigen woning. Het kan gebeuren dat je woning meer waard wordt dan de hypotheek die je hebt afgesloten. Dan heeft je woning overwaarde. Je kunt met het geld van deze overwaarde je pensioen aanvullen als je je woning verkoopt. Er zijn ook mogelijkheden waarmee je de overwaarde van je woning wel verzilvert, maar niet je woning verkoopt. Zie ook het artikel hierover op nn.nl nn.nl


5. Inkomsten uit werk

Zo’n 11% van de Nederlanders werkt door na hun AOW-leeftijd. Omdat ze er plezier in hebben, zich fit genoeg voelen, meer inkomsten willen en/of het prettig vinden om een vast ritme te houden.


7 manieren om je pensioen aan te vullen

  1. Spaar met een pensioenproduct
  2. Koopsompolis
  3. Zelf sparen en beleggen
  4. Hypotheek aflossen
  5. Bij je werkgever aandringen op een pensioenregeling
  6. De overwaarde van je huis verzilveren

  7. Werken naast je pensioen


Lees meer op de website van Wijzer in geldzaken